
RECHTVAARDIGHEID
We pleiten voor verantwoord en inclusief beleid. In 2019 deden we aanbevelingen om de positie van vrouwelijke inheemse natuurbeschermers te versterken, pleitten we voor betere bescherming van natuurbeschermers en ondersteunden we gemeenschappen in Oeganda en DR Congo.
Deel deze pagina op social media
Vrouwelijke natuurbeschermers steunen elkaar in strijd
In veel landen kampen natuurbeschermers met geweld en intimidatie. Vrouwelijke natuurbeschermers die deel uitmaken van een inheemse gemeenschap hebben het twee keer zo zwaar te verduren. In 2019 deden we aanbevelingen aan overheden, bedrijven en ngo’s om de positie van deze groep te versterken. Zelf ondersteunden we de ReSisters Dialoog: een veilige plek waar vrouwelijke activisten elkaar steunen en inspireren.
“Natuurbeschermers die zich verzetten tegen ontwikkelingen zoals mijnbouw, illegale houtkap en de bouw van waterkrachtcentrales doen dat niet zonder slag of stoot,” zegt Liliana Jauregui, expert rechtvaardigheid bij IUCN NL. “Vaak worden ze getergd door geweld en intimidatie, puur omdat ze de toegang van hun gemeenschap tot schoon drinkwater en andere natuurlijke hulpbronnen willen veiligstellen.”
Klik op de afbeelding om deze te vergroten

We deden aanbevelingen aan overheden, bedrijven en ngo’s om de positie van vrouwelijke inheemse natuurbeschermers te versterken.
In samenwerking met de Nationale Postcode Loterij en het Ministerie van Buitenlandse Zaken
Een specifieke groep natuurbeschermers ondervindt nog meer obstakels: vrouwen die deel uitmaken van een inheemse gemeenschap. “Voor hen is het twee keer zo zwaar om milieuactivisme na te streven,” vertelt Liliana. “Ze krijgen bijvoorbeeld van mannen te horen dat ze geen verstand van zaken hebben en worden buiten besluitvormingsprocessen gehouden.”
Concrete aanbevelingen
We maakten die obstakels inzichtelijk in een infographic. “Die hebben we gedeeld met overheden en ngo’s. Het is belangrijk dat zij zich bewust zijn van de problemen waar inheemse vrouwen mee kampen, zodat zij actie kunnen ondernemen om deze vrouwen te steunen,” zegt Liliana. “We brachten de problematiek ook voor het voetlicht in drie korte video’s. Daarin vertelt een inheemse natuurbeschermer uit de Amazone over de moeilijkheden waarmee zij wordt geconfronteerd en waarom zij haar strijd toch voortzet.”
Ook presenteerden we concrete aanbevelingen aan overheden, bedrijven en ngo’s om de positie van vrouwelijke inheemse natuurbeschermers te versterken. “Overheden kunnen bijvoorbeeld hun beleid aanscherpen om onderdrukking van vrouwen tegen te gaan en bedrijven kunnen erop toezien dat vrouwen vertegenwoordigd zijn in besluitvormingsprocessen,” licht Liliana toe. Voor ngo’s is een belangrijke rol weggelegd in het ondersteunen van vrouwennetwerken en het faciliteren van veilige ontmoetingsplaatsen waar vrouwen hun ideeën kunnen inbrengen.

Steun en inspiratie
Zelf ondersteunden we de ReSisters Dialoog, een meerdaagse bijeenkomst die in september plaatsvond op initiatief van LILAK, één van onze partnerorganisaties in de Filipijnen. Inheemse vrouwelijke activisten uit rurale gebieden in Cambodja, Myanmar, Thailand, India en de Filipijnen kwamen er samen om ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren.
“Voor ngo’s is een belangrijke rol weggelegd in het ondersteunen van vrouwennetwerken en het faciliteren van veilige ontmoetingsplaatsen waar vrouwen hun ideeën kunnen inbrengen”
“De strategie die de één toepast in India, kan nuttige aanknopingspunten bieden voor een ander in Cambodja,” vertelt Liliana. Maar wat misschien wel het belangrijkst is: het sterkt deze vrouwen om te weten dat ze er niet alleen voor staan. “De strijd die zij dagelijks voeren in hun eigen gemeenschap, wordt gevoerd door gemeenschappen over de hele wereld. Zo vinden ze steun en inspiratie bij elkaar.”

Een einde aan mensenrechtenschendingen door bedrijven
Mensenrechtenschending door activiteiten van multinationals is nog altijd aan de orde van de dag. En vaak komen de verantwoordelijke bedrijven daar nog mee weg ook, want er is nog geen bindend VN-mensenrechtenverdrag voor bedrijven. In 2019 pleitten we op diverse fronten voor de komst van dit verdrag en daarmee voor betere bescherming van natuurbeschermers.
“Dit verdrag móét er komen,” zegt Antoinette Sprenger, expert rechtvaardigheid bij IUCN NL. “De huidige, niet-bindende richtlijnen worden gewoonweg niet nageleefd, zo laat de Corporate Human Rights Benchmark duidelijk zien. Nog steeds worden mensen van hun land verdreven om plaats te maken voor industrie, en vervolgens gemarteld en gedood als ze hiertegen in opstand komen. Dwingende regelgeving is nodig om het bedrijfsleven zo ver te krijgen dat zij schending van mensenrechten volledig uitbannen.”


We pleitten bij de VN, de media, politici en het publiek voor betere bescherming van natuurbeschermers.
In samenwerking met ActionAid, Milieudefensie, SOMO, Ministerie van Buitenlandse Zaken, Nationale Postcode Loterij
De totstandkoming van zo’n verdrag is een taai proces. “Daarom kloppen we op zoveel mogelijk deuren tegelijk: de VN, de media, politici, het publiek. Hoe meer invloedrijke stemmen er opgaan voor dit verdrag, hoe sneller de rechten van natuurbeschermers veiliggesteld zijn,” aldus Antoinette.
Lobby op diverse niveaus
In juni toerden activisten uit onder andere DR Congo, Mozambique, Liberia en de Filippijnen door Europa om draagvlak te creëren voor hun zaak. In Parijs, Madrid, Brussel, Amsterdam en Den Haag spraken zij met parlementariërs, media en publiek over de straffeloosheid die zij ervaren. Dat leverde steun op van bijvoorbeeld Spaanse parlementsleden, die beloofden zich in te zetten voor de komst van het verdrag.
“Dwingende regelgeving is nodig om het bedrijfsleven zo ver te krijgen dat zij schending van mensenrechten volledig uitbannen”
In november klom Antoinette zelf op de zeepkist. In een Rondetafelgesprek met Tweede Kamerleden benadrukte ze de voortrekkersrol die Nederland kan spelen binnen de Europese Unie. “We moeten zorgen dat dit hoger op de agenda van de EU komt.”
Ook op andere manieren maanden we de EU tot actie. Antoinette: “De EU vindt mensenrechten naar eigen zeggen belangrijk. In juli deden we daarom met 20 organisaties een gezamenlijke oproep: EU, laat je horen in de onderhandelingen.”

Op het internationale podium van de Verenigde Naties hield IUCN NL-partner Ruth Alipaz uit Bolivia afgelopen oktober een pleidooi voor het respecteren van mensenrechten. Met 23 casussen als bewijs liet zij zien dat vooral inheemse mensen getroffen worden en drong zij erop aan dat andere VN-lidstaten de Boliviaanse overheid wijzen op haar verantwoordelijkheid. Antoinette concludeert: “We zijn er nog niet, maar door druk uit te oefenen vanuit verschillende hoeken en op verschillende niveaus, komt ons doel steeds dichterbij: een einde aan mensenrechtenschendingen door bedrijven.”

Verzet tegen olieontwikkeling in Oeganda en DR Congo
Oliewinning in een kwetsbaar ecosysteem? Als het aan de overheden van Oeganda en DR Congo ligt wél. Maar lokale gemeenschappen verzetten zich tegen de vernietiging van de natuur die hun bestaanszekerheid vormt. Die druk op de overheid lijkt effect te sorteren.
In mei 2019 kondigden de Oegandese en Congolese overheid aan licenties uit te geven voor olie-exploratie in het Albertine Graben gebied, dat zich uitstrekt over beide landen. Het omvat het Nationaal Park Virunga in DR Congo, het Nationaal Park Queen Elizabeth in Oeganda en het tussengelegen Edwardmeer. “Olie-exploratie gaat niet alleen ten koste van de unieke natuur in dit gebied, het schaadt ook de toegang tot natuurlijke hulpbronnen van omwonende gemeenschappen,” vertelt Tina Lain, expert rechtvaardigheid bij IUCN NL.

We ondersteunden gemeenschappen in Oeganda en DR Congo in hun strijd voor het behoud van een schone leefomgeving en toegang tot natuurlijke hulpbronnen.
In samenwerking met 11th Hour Project, Milieudefensie en het Ministerie van Buitenlandse Zaken
Op de schop
De natuur in het gebied is van cruciaal belang voor de lokale bevolking. Ze verdienen geld aan natuurtoerisme en het Edwardmeer voorziet zo’n 200.000 mensen van vis. “Je kunt je voorstellen dat toeristen wegblijven als het gebied op de schop gaat en dat er geen vis meer te vangen valt als het water vervuild raakt,” zegt Tina. “Dat is funest voor lokale gemeenschappen.”
“Onze lokale partnerorganisaties in Oeganda en DR Congo hebben de handen ineengeslagen”
Gezamenlijk verzet
Het plan om licenties voor olie-exploratie uit te geven, stuitte dan ook op verzet. “Onze lokale partnerorganisaties in Oeganda en DR Congo hebben de handen ineengeslagen en gezamenlijk een oproep gedaan aan hun bewindsvoerders: sta geen olie-exploratie toe in kwetsbare ecosystemen,” vertelt Tina. “Ik ben er trots op dat organisaties in beide landen elkaar nu actief opzoeken en gezamenlijk optreden als het gaat om onderwerpen die de hele regio raken,” zegt Tina. “Toen wij in het Grote Merengebied begonnen gemeenschappen te ondersteunen in hun verzet tegen olie, was dat niet vanzelfsprekend. Wij hebben die samenwerking actief ondersteund. Anno 2019 is er een stevige beweging van organisaties die steeds vaker gezamenlijk optrekken, over landsgrenzen heen.”
Internationaal netwerk
Meer dan 20 lokale natuur- en mensenrechtenorganisaties ondertekenden de oproep. “Dankzij ons netwerk schaarden 22 internationale organisaties zich achter de Oegandese en Congolese ondertekenaars,” vertelt Tina. “Bovendien hebben we de brief gedeeld met ambassades en EU-delegaties in beide landen. Sommige hebben ons daarna laten weten dat ze het onderwerp aangekaart hebben in hun ministeriële overleg.”
“Anno 2019 is er een stevige beweging van organisaties die steeds vaker gezamenlijk optrekken, over landsgrenzen heen”
Overheid voelt druk
De brief heeft heel wat media-aandacht opgeleverd, met name in Oeganda. “De bewindslieden voelen duidelijk dat er druk is,” vertelt Tina. In september zou de Oegandese overheid bekendmaken welke partijen zich voor een licentie hebben ingeschreven en in oktober zou bekend worden aan wie de licenties werden toegekend. “Maar er is niet meer publiekelijk gerept over nieuwe stappen,” zegt Tina.

Niet onopgemerkt
Toch betekent dat niet dat de plannen van de baan zijn. “Mogelijk wordt er pas iets bekendgemaakt als alle contracten al getekend zijn,” legt Tina uit. “Daarom blijven onze partners, gesteund door ons en ons internationale netwerk, de druk opvoeren, zodat publieke en private partijen weten dat zij niet onopgemerkt kunnen opereren.” Niet alleen aan overheden, maar ook investeerders en partijen die betrokken zijn bij de aanleg van infrastructuur worden aangeschreven: richt geen schade aan in natuurgebieden.
